De armoede onder ouderen verschuift naar de ‘jongere ouderen’. Door het afschaffen van vut- en prepensioenregelingen is een nieuwe groep armen aan het ontstaan onder 55- tot 65-jarigen. Vooral onder diegene die vanwege bijvoorbeeld gezondheidsproblemen, niet meer volledig mee kunnen komen op de arbeidsmarkt. Inmiddels leven 1 op de 10 ‘jongere ouderen’, ofwel circa 150.000 personen, onder de armoedegrens.
Dat blijkt althans uit de Rapportage Ouderen 2006 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het planbureau wijst op het beleid van het huidige kabinet dat ‘een langer leven ook vertaald moet worden in een langer actief leven, zowel in betaalde arbeid als in vrijwilligerswerk’.
Iedere keer weer blijkt dat het kabinetsbeleid onsamenhangend is, maatregelen averechts werken en dat de samenhang tussen de verschillende maatregelen ver te zoeken is. Het bedrijfsleven zit niet te wachten op 55-plussers en al helmaal niet op gedeeltelijk arbeidsongeschikte ouderen. Wie dus niet meer volledig mee kan doen, verdwijnt binnen de kortste keren in de bijstand bij het ontbreken van alternatieven als vut en prepensioen. En vanaf september wordt dat alleen maar schrijnender als de maximale duur van de WW uitkering drastisch wordt ingekort.
Lees ook:Oudere werkloze is kansloos
Lees ook:Meer oudere vrouwen zijn gaan werken
Lees ook:Oudere bijstandsgerechtigde de klos
Lees ook:CWI zet zich in voor 45-plussers
Lees ook:Oudere werkloze verdient meer steun