Ik heb het hier al eerder gemeld. Oudere werklozen hebben weinig kansen op de arbeidsmarkt. Wat nieuw is, is dat Minister de Geus dat nu ook toegeeft. In een brief aan de Eerste Kamer gaat hij door het stof, beaamt dat oudere werklozen nauwelijks kans hebben, maar spreekt de hoop uit dat zij met de aantrekkende economie een betere positie verwerven. Onder het motto ‘hoop doet leven’?
De Geus gaat ervan uit dat er een vraag naar 55-plussers zal komen omdat die groep over een aantal jaren een van de grotere groepen qua arbeidspotentieel zal zijn. Werkgevers moeten dan wel, redeneert hij. Maar vooralsnog komt ook de Geus slechts tot de conclusie dat deze ouderen vrijwel kansloos zijn. De kans om uit de WW te komen is voor 55-plussers nog steeds 33 procent tegenover 57 procent voor alle andere werklozen. Blijf hopen (tegen beter weten in) zou ik zeggen en rechtvaardig daarmee al je maatregelen zoals de verkorting van de WW-duur. Volgens mij is De Geus echt op de goede weg…
Lees ook:Meer oudere vrouwen zijn gaan werken
Lees ook:Nieuwe loot aan uitkeringsstam
Lees ook:CWI zet zich in voor 45-plussers
Lees ook:Oudere werkloze verdient meer steun
Lees ook:Wetsvoorstel nieuwe uitkering ingediend
Het is te zot voor woorden. Nu maatregelen nemen zoals de verkorting van de WW en hopen dat de markt straks het tij keren. Hoe verzin je het… Aan wat voor opleidingseisen moeten ministers trouwens voldoen? Net zoveel als kamerleden (bijv. Gonny van Oudenhallen)?