Voordat een functie in het CBBS terecht komt, moet deze aan een flink aantal eisen voldoen. Ten eerste functie moet een functie vallen onder het begrip ‘gangbare arbeid’. Bovendien moet een functie, voordat deze in het CBBS wordt ingevoerd, landelijk én in loondienst voorkomen en concreet bestaan. Functies als bonsaiboomkweker of vuurtorenwachter komen er dus niet in – omdat er in Limburg bijvoorbeeld geen vuurtorens zijn.
Verder wordt het functiebestand van het CBBS continu gecontroleerd op de vraag of een functie past binnen de actuele afspiegeling van de arbeidsmarkt. Een functie als turfsteker zul je er dus ook niet in terug vinden. De taak van de afdeling OAA is dus onder andere om de circa 7500 functies tegen het licht te houden en periodiek af te stemmen met het Centraal Bureau voor de Statistiek en het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen).
In de beschrijving van al die functies gaat het nadrukkelijk niet alleen over de fysieke belasting. Ook de mentale belasting wordt omschreven – zij het minder uitvoerig, laat staan of er rekening gehouden wordt met het feit dat het een zware psychische belasting kan zijn voor een accountmanager als hij nog wel geschikt is als portier…
Het is dan ook niet voor niets dat het CBBS inmiddels een omstreden hulpmiddel is. Verschillende rechters hebben zich over de zaak gebogen en vastgesteld dat het systeem te weinig inzichtelijk is. Hoe arbeidsdeskundigen precies tot de conclusie komen dat een bepaalde functie nog ‘passende arbeid’ betreft, is niet altijd even duidelijk. Maar tegelijkertijd wel bepalend voor de mate waarvoor iemand arbeids(on)geschikt wordt verklaard… (wordt vervolgd)
Lees ook:Achter de schermen van het UWV (deel 2)
Lees ook:Achter de schermen van het UWV (deel 1)
Lees ook:Achter de schermen van het UWV (deel 4-slot)
Lees ook:Sollicitatiegesprek: een handleiding voor ondernemers
Lees ook:Armoede onder ouderen toegenomen